De vanwege dyslexie nogal onderschatte Puck (17, ik-persoon) wint een essaywedstrijd en mag naar een nieuwe filosofie-universiteit in Spanje. Ze maakt al snel vrienden, met wie ze de universiteitskrant Lupus opricht. Daarmee raken ze betrokken bij een strijd om de macht binnen de universiteit. Door deze confrontatie en ontmoetingen met mensen van allerlei slag ontwikkelt Puck gaandeweg haar morele kompas. De auteur van deze ‘filosofische thriller’ neemt ruim de tijd om haar personages, hun omgeving en de thematiek (o.a vrijheid, gelijkheid, religie, (homo)seksualiteit en verzet) te introduceren. Pas halverwege komt er vaart en spanning in het verhaal. Toch blijf je geboeid doorlezen, dankzij de heldere stijl, doorspekt met vaak sarcastische humor, en een ingreep in de opbouw van het verhaal. Debuut. Het boek sluit aan bij ‘Denken over democratie’, een introductie die de auteur – zelf docent op een Amsterdams gymnasium – met anderen schreef voor het filosofie-onderwijs. Hopelijk blijft het niet bij deze ene roman, die echt iets toevoegt aan het jeugdliteraire landschap. Voor fijnproevers vanaf ca. 15 jaar. Verberg tekst